Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [45]Als Ik [46]van ouds uw [47]juk verbroken, [en] uw banden [48]verscheurd had, zo zeidet gij: Ik zal niet [49]dienen; maar op allen hogen heuvel en onder allen groenen boom [50]loopt gij om, [51]hoererende. 45. Of, omdat Ik, enz. 46. Of, in voortijden; alzo wordt het Hebreeuwse woord olam [dat anders eeuwigheid, idem, een langen toekomstigen tijd, ook den tijd van des mensen leven betekent] ook dikwijls genomen voor langverleden tijden, zaken vanouds, enz. zie Gen.6:4; Deut.32:7; Jes.57:11, en onder hfdst.6 vs.16, en hfdst.18 vs.15, en hfdst.28 vs.8; Ezech.26:20, enz. 47. Versta, de dienstbaarheid en slavernij in Egypte. 48. Of, afgetrokken, afgerukt. 49. Te weten de afgoden. Anders: ik zal niet overtreden; vergelijk de beloften, die zij God gedaan hebben Ex.19:8, en Ex.24:3; Joz.24:16, enz.; maar [wil de Heere zeggen] gij hebt geen woord gehouden; want enz. 50. Vergelijk deze betekenis van het Hebreeuwse woord met Jes.51:14, en Jes.63:1, en onder hfdst.48 vs.12. Anders: ligt gij, of strekt gij u neder, wentelt gij u. 51. Vergelijk onder vs.23. Dat is, afgoderij bedrijvende. Zie Lev.17:7, en Deut.12:2,3, of gij hoert.